Rust en onrust in tijden van transitie
De tentakels van de transitie zijn aangekomen op de werkvloer, help!
Als freelancer in de intensieve langdurige zorg kom ik overal in Nederland in aanraking met verschillende organisaties: van Jeugdzorg Plus instellingen tot aan GGZ terreinen, van speciale VIC eenheden tot aan afdelingen voor blende verstandelijke beperkte jongeren.
Ongeacht de verschillen in organisatie, een ding staat bij iedereen centraal.
Ik hoor het jullie al zeggen: de cliënt! de cliënt staat centraal Roger!’ maar nee, dat de cliënt centraal staat is een mooie kreet waar wij best een keer een discussie over kunnen voeren, want wij zeggen idd dat de cliënt centraal staat maar hoeveel zeggenschap heeft de cliënt over de huidige ontwikkelingen in de zorg? Dat vraag ik mij af.
Wat echt de laatste tijd centraal staat is het woord: TRANSITIE
Overal waar ik kom hoor ik mensen praten over de veranderingen in de zorg, over de transitie naar de gemeente, over de bezuinigingen, over de toekomst en wat het dan zal brengen.
Het is een hot item die transitie, alsof we allemaal aan het verhuizen zijn.
Eerst was het een abstract woord, een plan. Maar nu merk ik, meer en meer, dat de tentakels van de transitie daadwerkelijk aangeland zijn. Langzaam aan nemen ze de werkvloer in hun macht. Overal zie ik organisaties in rep en roer, de tentakels lijken niet te stoppen en stap voor stap bereiken ze hun doelwit, hele organisaties gaan op de schop. Onder het mom van een participatiesamenleving gaan hele organisaties dicht, als kaarsen gaan ze uit, en daar waar eerst warme nesten van zorg waren, zie ik nu kille achtergebleven lege leefgroepen waar geen teken van leven meer is. En daar waar afdelingen gesloten worden zie ik cliënten die niet te plaatsen zijn, die achterblijven in afwachting van een plek waar ze terecht kunnen.
Als ik er over nadenk, zie ik een beeld (metafoor) voor me: Nederland Zorgland als de Noord Pool, een uitgestrekt gebied, die onder invloed van de broeikas effecten (bezuinigingen) uit elkaar valt in een myriade van op drift geraakte ijsblokken. Grote brokken (de zorgorganisaties) die langzaam smelten. Her en der wat kleine brokken die kunstmatig in leven worden gehouden met daarop deze gestrande cliënten die niet te plaatsen zijn wegens een of andere reden (meestal wegens agressie/complexe problematiek) Ik zie mijzelf, in een roeiboot , varend tussen de ijsschotten. Ik zie mijzelf landen aan de oevers van deze isolate overblijfselen van wat ooit een afdeling was van een middel tot grote organisatie. Hop! daar zie ik mijn alleen gebleven client: "hoi daar! ik ben je begeleider!"
"Waar je naar toe gaat?"geen idee. Niemand weet het, maar voorlopig ben ik hier voor je. Laten we afwachten wat er voor je wordt besloten, meer kunnen we niet doen. En… aangezien we toch weinig invloed hebben op de situatie, laten we er het beste van maken. Kijk, wij zijn alleen, overgebleven. Wat wil je vandaag eten? En morgen? Wat vind je leuk om te doen? Wij hoeven ons niet aan te passen aan de groep want… ‘er is geen groep meer!"
De camera zoemt uit en vanaf een helikopterview zie ik mijzelf daar zitten, aan tafel, met mijn cliënt. Er hangt een gemoedelijke sfeer, wij zijn een potje ‘mens erger je niet’ aan het spelen . Ik zie onszelf lachen en genieten van het moment. ‘De cliënt staat eindelijk centraal’ zie ik mijzelf denken. Een laag van verbazing daalt over mij heen: "de cliënt staat eindelijk centraal"
Nog even uitzoemen en dan zie ik wat grotere brokken ijs waar mensen in kleine kantoortjes druk heen en weer aan het discussiëren zijn, zweet op hun voorhoofd. Ik hoor ze denken: "hoe moet het nu, waar gaan we naar toe?"
Zorgland als een continent op drift.
Wat ben ik blij dat ik als freelancer ben gaan werken. Ik hoef mij niet druk te maken om die veranderingen. Mijn leven is een en al verandering. Sinds ik 6 jaar geleden ben begonnen, eerst als Interim en nu als ZZPer, heb ik geen enkele zekerheid meer gekend…of toch wel?
Als ik ziek ben, word ik niet betaald. Als ik morgen geen klus heb, heb ik geen geld. Vreemd eigenlijk dat het ontbreken van die zekerheid mij nu veel sterker heeft gemaakt. De zekerheid van een vaste aanstelling is een schijnillusie, echte zekerheid komt van binnen: het is dat gevoel dat je zelfsturend bent, dat je gegrond bent, dat je centraal staat en dat je baas bent over je beslissingen. Ik noem het veerkracht en besluit een training te ontwikkelen om mijn gedachten over veerkracht op papier te leggen, voor de volgende generatie zorgprofessionals, die met deze onzekerheid nog moeten leren leven.
De camera zoomt weer in.
"luister X, wat wil je straks doen? jij mag het zeggen! een wandeling? prima, ik heb alle tijd voor je, je staat voor mij centraal, geniet er maar van want morgen kan het ook anders zijn.